UZ Leuven - UZ Brussel
NEO2NATE
Funtionele ultrasound beeldvorming voor betere diagnose, opvolging en prognose van milde hypoxisch-ischemische encephalopathie in pasgeboren
Patiënten – Hypoxisch-ischemische encephalopathie (HIE) is een neurologische verwikkeling die kan ontstaan wanneer er zuurstoftekort is tijdens de geboorte (peripartale asphyxie). HIE is de meest voorkomende aandoening van hersenschade die leidt tot ernstige handicap. Het komt voor in 1-2 op 1000 geboortes en betreft 8 % van alle opnames op neonatale intensieve zorgen (n=8) en N* diensten (n=61) in Vlaanderen
Interventie – Hypothermie therapie (koeling) werd specifiek voor HIE ontwikkeld en leidt tot een verbeterde prognose door het reduceren van cerebrale schade. Eén van de grootste uitdagingen blijft het snel vaststellen van de graad van ernst van HIE (mild-matig-ernstig) als indicatie voor het opstarten van hypothermie. Zeker bij milde HIE, waar het effect van koeling niet kon bewezen worden.
Ter vergelijking – De neonatale staf gebruikt op dit moment verschillende methoden, met name klinische scores (Apgar en Thompson score) en niet-invasieve neuromonitoring (EEG, NIRS), die HIE kunnen vaststellen, maar niet sensitief genoeg zijn om milde en matige HIE te onderscheiden.
Resultaat – Het NE02NATE project is een klinische studie in pasgeborenen met als uitkomst het opstellen van een nieuwe score om de ernst van HIE nauwkeuriger te kunnen inschatten en dit voor de indicatie van neuroprotectieve therapieën en het opmaken van een prognose.
Deze score zal gebaseerd worden op functionele ultrasound beeldvorming (fUSi), een niet-invasieve technologie die recent gevalideerd werd in pasgeborenen. Ons doel is om kwantitatieve informatie te verschaffen die de beslissing tot koeling kan ondersteunen, waarbij voor het eerst een beeld van de aangetaste hersenactiviteit met de exacte locaties van schade in kaart gebracht wordt en dit op een fractie van de tijd die nodig is voor de huidige standaard testen. Een tweede doel is online monitoring van convulsies om zo het instellen van specifieke therapieën te faciliteren.